Sociale Dienst En Uw Persoonsgegevens

Introductie De gemeentelijke sociale dienst (GSD) moet ter uitvoering van de Wet werk en bijstand (Wwb) beoordelen of iemand in aanmerking komt voor bijstand of bijzondere bijstand. Bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) vindt de intake van de gegevens plaats en het CWI draagt deze gegevens over aan de GSD. De regels die in dit informatieblad zijn beschreven, gelden voor zowel het CWI als voor de GSD.

Mag de sociale dienst kijken naar mijn uitgaven? Omdat het 'pinnen' en overmaken van geld op de dagafschriften is te zien, kan de bijstandsconsulent bekijken wat u zoal heeft gekocht en waaraan u verder uw geld uitgeeft. Veel mensen vinden dit een te grote inbreuk op hun privacy en willen daarom hun uitgaven op de bank- of giroafschriften onleesbaar maken. Het feit dat de GSD uw bank- of giroafschriften mag zien om er achter te komen welke inkomsten en bezittingen u heeft, wil nog niet zeggen dat u uw uitgaven bekend moet maken aan de GSD. Voor het recht op een uitkering is immers niet bepalend waar u uw geld aan uitgeeft. U mag uw uitgaven dus onleesbaar maken. Natuurlijk kunnen er omstandigheden zijn waardoor u wel inzicht moet geven in uw uitgaven. Bijvoorbeeld als u bijzondere bijstand aanvraagt voor de aflossing van een schuldenlast of als u blijk heeft gegeven van ‘tekortschietend besef van verantwoordelijkheid in de voorzieningen van het bestaan’. Aangezien het dan gaat om uitzonderingsgevallen zal de GSD moeten motiveren waarom u inzicht moet geven in uw uitgavenpatroon. De GSD dient u te informeren over de mogelijkheid dat u de keus hebt om uw uitgaven onleesbaar te maken. Als u daarvoor kiest, kan de bijstandsconsulent alsnog verifiëren of de afgegeven informatie correct is. Bij vermoeden van fraude mag u uw uitgaven niet onleesbaar maken. Als u ervoor kiest om de uitgaven niet onleesbaar te maken, mag de bijstandsconsulent ermee doen wat nodig is ter verificatie. Uitgangspunt is steeds dat per individu moet worden beoordeeld of het inzien van de uitgaven noodzakelijk is.

Mag de sociale dienst kopieën maken van mijn bank- of giroafschriften? In het kader van de inlichtingenplicht dient u uw giro- of bankafschriften te laten inzien. De bijstandsconsulent maakt dan een aantekening in het dossier dat hij de bewijsstukken gezien heeft. Soms is het nodig dat er kopieën gemaakt worden als bewijsstuk voor het dossier. De bijstandsconsulent moet u in dat geval kunnen uitleggen waarom het kopiëren noodzakelijk is. Het kan bijvoorbeeld gaan om een vermoeden van fraude of als er op een afschrift iets bijzonders te zien is. Alleen het eerste en het laatste afschrift over een periode van drie maanden waarvan een kopie noodzakelijk is voor de uitvoering van de taak van de GSD mag gekopieerd worden. Een andere reden voor het opnemen van kopieën in het dossier is dat later beoordeeld moet kunnen worden of de behandelend ambtenaar de 'controle' juist heeft uitgevoerd. Voor dit doel zal het kopiëren van alleen het laatste bank- of giroafschrift voldoende zijn.

Mag de sociale dienst vragen naar mijn bezittingen en schulden? U bent als cliënt verplicht inlichtingen aan de GSD te geven over alles wat van belang is voor verlening of voortzetting van een uitkering. Als het nodig is moet u ook bewijsstukken overleggen. Deze gegevens worden in eerste instantie verkregen door het stellen van vragen op een aanvraag- en heronderzoekformulier. Vaak vragen cliënten zich af waarvoor de vragen over 'bezittingen en schulden' dienen. De Wwb bepaalt dat de GSD voor het toekennen van een uitkering inzicht moet hebben in uw financiële situatie. Dit betekent dat deze dienst als regel naar alle inkomens- en vermogensbestanddelen moet kijken. De wet geeft geen duidelijke definitie van het begrip bezittingen. Om vast te stellen welke bezittingen u heeft, mag de GSD u hiernaar vragen. Om deze reden wordt bijvoorbeeld ook de vraag gesteld of u uw inboedel heeft verzekerd en wat de waarde daarvan is. Een hoge inboedelverzekering kan immers wijzen op het bezit van waardevolle goederen. De GSD dient elke keer de belangen af te wegen, voordat een inbreuk mag worden gemaakt op uw privacy. De GSD stelt meestal vragen als: Wat is het saldo op uw rekeningen? Bezit u onroerende zaken? Bezit u waardepapieren? Bezit u een auto, motor, caravan of boot? Bezit u antiek en/of sieraden? Verwacht u op dit moment vermogen te verkrijgen (bijvoorbeeld uit een nog te verdelen erfenis, ontbonden huwelijk of beëindigde samenwoning)? Heeft u nog aanspraken op geld of bezittingen? Is de inboedel verzekerd?

Wat zijn uw rechten? Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens heeft u recht op informatie over, inzage in, aanvulling, verbetering, verwijdering en afscherming van uw persoonsgegevens. Ook kunt u verzet aantekenen tegen het gebruik van uw gegevens door een organisatie. Informatie over het uitoefenen van uw rechten kunt u vinden in het informatieblad Rechten van de betrokkene.

Wat kunt u doen als u meer wilt weten of een klacht hebt? Ga met uw vragen of klachten altijd eerst naar de GSD. Informatie over het uitoefenen van uw rechten bij geschillen kunt u vinden in het informatieblad Bemiddeling door het CBP inzake uw gegevens. Als u meent dat uw persoonsgegevens onrechtmatig zijn gebruikt en de GSD reageert niet of niet naar uw tevredenheid op uw klacht, kunt u de vervolgstappen vinden in het informatieblad Uw klacht en het CBP.

MijnPrivacy·Nl CBP

Bijstand·Nu

StartKabel·Nl:
• Sociale Dienst
• Bijstand